2 Economie en organisatie
A-stroom
Economie en Organisatie, wat is dat? Niets nieuw, je hebt immers in het vak mens en samenleving al heel wat economische thema’s gezien: je eigen budget beheren, het gezinsbudget, factoren die je koopgedrag beïnvloeden, bedrijven, organisaties en de overheid.
Ben je benieuwd naar meer? Wil je weten hoe producten in de winkel terechtkomen? Welke soorten bedrijven er zijn? Waarom zou je een T-shirt in België kopen als de Chinese versie zoveel keren goedkoper is? Misschien wil je zelf wel een ondernemer worden?
Je leert over consumenten en producenten en welke rol de overheid heeft. Je bekijkt hoe de behoeften van consumenten worden beïnvloed door veranderingen in de maatschappij, de technologische ontwikkelingen en de digitalisering. Je wordt je bewust van het belang van ecologie en duurzaamheid en de manier waarop bedrijven daarmee omgaan. Je ontdekt hoe een prijs van een product tot stand komt en welke middelen bedrijven inzetten om hun producten te verkopen.
We gaan aan de slag en steken de handen uit de mouwen tijdens het ondernemend project. Zo koppelen we de theorie aan de praktijk. Je oefent je ICT-vaardigheden verder in, je gaat gegevens opzoeken, verwerken en presenteren. Je leert hoe je een programma voor een economische toepassing moet maken. Klinkt leuk, toch? Ga jij de uitdaging aan?
Deze optie kan je kiezen op niveau 2A of 2A verdieping. In de optie verdieping word je extra uitgedaagd. Je verkiest een brede algemene vorming en kan vlot leerstof verwerken.
2A of 2A verdieping?
In 2A focus je vooral op de basisleerstof. Voor Frans en wiskunde krijg je extra tijd en in de evaluaties wordt nagegaan of je de basisdoelstellingen beheerst.
In 2A verdieping krijg je naast de basisleerstof voor alle vakken ook verdiepings- en uitbreidingsleerstof. In de evaluaties komen ook moeilijkere oefeningen voor.
Voor wie?
- Je bent geïnteresseerd in de wereld van de economie: kopen en verkopen, binnenlandse en buitenlandse producten, de markt, ondernemen, winst maken, de overheid...
- Je vindt het fijn om aan de slag te gaan met ICT.
- Je wil graag uit de grote overvloed aan informatie de juiste gegevens leren ontdekken en verwerken.
Wat na het tweede jaar?
Op het einde van het tweede jaar geven de leerkrachten jou een advies. Ze houden daarbij rekening met je aanleg, belangstelling en capaciteiten. Het keuzepakket in het tweede jaar zet je niet vast naar het derde jaar toe (uitz. Latijn).
Lestabel
2A | 2A verdieping | |
---|---|---|
ALGEMENE VORMING (27 u.) | ALGEMENE VORMING (27 u.) | |
Godsdienst | 2 | 2 |
Nederlands | 4 | 4 |
Engels | 2 | 2 |
Frans | 4 | 4 |
Wiskunde | 5 | 5 |
Geschiedenis | 2 | 2 |
Lichamelijke opvoeding | 2 | 2 |
Muziek | 1 | 1 |
Beeld | 1 | 1 |
Techniek | 2 | 2 |
Natuurwetenschappen | 1 | 1 |
Aardrijkskunde | 1 | 1 |
BASISOPTIE | BASISOPTIE | |
Economie en organisatie | 5 | 5 |
TOTAAL | 32 | 32 |
Les in een vreemde taal
CLIL staat voor ‘Content and Language Integrated Learning’. Het is een vorm van meertalig onderwijs waarin je een vak in een andere taal krijgt.
In het tweede jaar verdieping kan je geschiedenis in het Engels volgen. Ook in de hogere jaren is er een CLIL-aanbod.
Een CLIL-les is geen taalles. De focus ligt niet op de vreemde taal; wel op de vakinhoud. Je leert de taal niet door die te bestuderen, maar door die actief te gebruiken. Leerkrachten verwachten in CLIL-lessen dan ook geen foutloos taalgebruik, maar stimuleren de spontane omgang in een vreemde taal.
Wat nadien?
Misschien ook interessant voor jou?
Onze belevenissen op sociale media
Er borrelt, bruist en leeft heel wat in onze eerste graad!
Snuif via deze Facebookpagina of deze Instagrampagina de sfeer op van deze leuke campus.