Het vak kunstgeschiedenis belicht in hoofdzaak het groeiproces van de ‘beeldende kunsten’ (architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst) vanaf de oudheid tot vandaag. In het vijfde jaar volg je dit proces tot eind 19de eeuw en in het zesde jaar ligt de nadruk op de 20ste eeuw. Je krijgt een theoretische onderbouw en leert de meest representatieve kunstwerken visueel herkennen en situeren

Kunstinitiatie is een theoretische voedingsbodem voor de praktijkvakken. Deze vakken vormen de basis voor de algemene ontwikkeling op het gebied van kunst en actualiteit. Je gaat als kunst-leerling regelmatig op studiereis om indrukken en inspiratie op te doen. Deze indrukken worden gekaderd binnen kunstinitiatie. Tijdens de lessen gaat aandacht naar persoonlijke ontwikkeling en kritische ingesteldheid. Dit zijn onontbeerlijke eigenschappen voor de uitvoering van de GIP-opdracht.

(Waarnemings)tekenen vormt de basis van alle praktijkvakken. Je maakt kennis met verschillende dragers en technieken om organische en geometrische onderwerpen in een tweedimensionaal vlak te brengen. In vergelijking met de tweede graad worden de opdrachten complexer, meer ateliergericht en persoonlijker. Leren kijken, voelen en interpreteren staan centraal. Deze tekentaal vraagt een dagelijkse inspanning en is nodig om eigen ideeën te kunnen visualiseren.

In de derde graad zijn verschillende vakken onderdeel van je geïntegreerde proef (GIP). De geïntegreerde proef is een opdracht die je op een zelfstandige, persoonlijke en gemotiveerde wijze uitvoert. Het procesmatige karakter en de regelmatige contacten met je mentor dragen bij tot een persoonlijke ontwikkeling van jezelf en je werk. De GIP-resultaten van alle kunstafdelingen worden samengebracht in een tentoonstelling.

In wiskunde bouwt men verder op het leerprogramma van Beeldende en architecturale vorming uit de tweede graad. Bij de taalvakken is er veel aandacht voor taal als vorm van communicatie en expressie, met een ruim aanbod literatuur bij Nederlands.

Beeldende vorming is de verzamelnaam van de vakken grafiek, ruimtelijk werk en schilderen. De nadruk ligt hier op het hanteren van de beeldtaal als expressie- en communicatiemiddel. Door het gebruik van verschillende materialen en technieken vergroot je je uitdrukkingsmogelijkheden.

In het vak beeld en digitale media ga je de dialoog aan tussen beeld en digitale beeldbewerking. Beelden worden gecreëerd en/of verwerkt via fotografie, video, Photoshop... Er is daarbij steeds een link met de andere praktijkvakken.