Het vak kunstgeschiedenis belicht in hoofdzaak het groeiproces van de ‘beeldende kunsten’ (architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst) vanaf de oudheid tot vandaag. In het vijfde jaar volg je dit proces tot eind negentiende eeuw en in het zesde jaar ligt de nadruk op de twintigste eeuw. Je krijgt een theoretische onderbouw en leert de meest representatieve kunstwerken visueel herkennen en situeren.

Kunstinitiatie is naast kunstgeschiedenis een theoretische voedingsbodem voor de praktijkvakken. Deze vakken vormen de basis voor de algemene ontwikkeling op het gebied van kunst en actualiteit. Je gaat als leerling kunst regelmatig op studiereis om indrukken en inspiratie op te doen. Deze indrukken worden gekaderd binnen kunstinitiatie. Tijdens de lessen gaat aandacht naar persoonlijke ontwikkeling en kritische ingesteldheid. Dit zijn onontbeerlijke eigenschappen voor de uitvoering van de GIP-opdracht in de derde graad.

In de derde graad zijn verschillende vakken onderdeel van je geïntegreerde proef (GIP). De geïntegreerde proef is een opdracht die je op een zelfstandige, persoonlijke en gemotiveerde wijze uitvoert. Het procesmatige karakter en de regelmatige contacten met je mentor dragen bij tot een persoonlijke ontwikkeling van jezelf en je werk. De GIP-resultaten van alle kunstafdelingen worden samengebracht in een tentoonstelling.

Wiskunde neemt in deze richting een belangrijke plaats in. Je leert hoe je redeneringen kan opbouwen en hoe je vlot theoretische modellen moet toepassen. -In het vak architecturale vorming onderzoek je vorm, structuur en functie. Dit gebeurt onder meer door hedendaagse en historische architectuur te ontleden, te bestuderen en vervolgens zelf te ontwikkelen.

In het vak computertekenen leer je werken met de programma’s Vectorworks en Artlantis. In Vectorworks maak je plannen en 3D-modellen. Die modellen exporteer je naar Artlantis, zodat je een virtuele wereld creëert waarin jouw ontwerp centraal staat.