Maatschappij en Welzijn

Orthopedagogiek en orthopedagogische vaardigheden: In dit vak krijg je zicht op het takenpakket van een opvoeder. Je leert inzicht en vaardigheden om vanuit een juiste grondhouding op een deskundige manier om te gaan met zowel individuele personen alsook groepen. Enkele voorbeelden van orthopedagogische vaardigheden die je als opvoeder dient te bezitten: observeren, rapporteren, handelen, creëren van leefwereld, samenwerken, aanleren en afleren van gedrag, werken met een leefgroep, … Het reflecteren over het pedagogisch handelen is eveneens van belang.

Daarnaast worden verschillende pedagogische denkkaders bestudeerd binnen orthopedagogiek.

Het typische functioneren van de verschillende doelgroepen komt eveneens aan bod. Naast personen met een verstandelijke beperking worden personen met fysieke, auditieve, visuele of meervoudige beperking besproken. Ook de ontwikkeling en begeleiding van personen met NAH, AD(H)D, autisme en gedragsmoeilijkheden worden behandeld. Bij deze verschillende doelgroepen worden ervaringsdeskundigen uitgenodigd in de klas.

Ontwikkelingspsychologie: het gedrag van de mens tijdens zijn ontwikkeling van foetus tot bejaarde.

Biologie van de mens: je leert de anatomie en het normale functioneren van het menselijk lichaam. Je staat stil bij wat er kan misgaan, zoals ziektes en afwijkingen. Tijdens erfelijkheidsleer leggen we een link met erfelijke aandoeningen.

Expressie en animatie: je ontdekt verschillende technieken om creatief aan de slag te gaan binnen de verbale, beeldende, muzikale, dramatische en bewegende expressie. Je oefent in het organiseren en uitvoeren van verschillende activiteiten voor welbepaalde doelgroepen.

Wetgeving: de algemene beginselen van het recht worden behandeld. Overzicht van opvangvormen en andere faciliteiten voor de diverse doelgroepen komen aan bod. Je maakt kennis met verschillende organisaties zoals het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en Kind & Gezin. Ook de wetgeving en organisatie van de bijzondere jeugdzorg wordt uitvoerig behandeld. We staan stil bij de deontologie van een opvoeder.

Beroepsgerichte psychologie en pedagogie: Hier bestudeer je “het opvoeden” op verschillende terreinen. Een overzicht van de verschillende facetten:

• Pedagogie: wat is opvoeden?, opvoedingsdoelen, opvoedingsstijlen, opvoedingsmiddelen,...
• Psychologie: waarnemen, geheugen, intelligentie, denken, gevoelens en emoties, psychische stoornissen,...

Beroepsgerichte zorgkunde: je leert handige tips om mensen -met een beperking- te helpen bij hun dagdagelijkse verzorging. Telkens met aandacht voor hygiëne en comfort van de zorgbehoevende/bewoner. Ook de basis van eerste hulp wordt aangeleerd. Je krijgt een ruimere kijk op wat je kan tegenkomen op de stageplaats/werkvloer.

Stage: in het vijfde jaar ga je vier opeenvolgende weken op stage, in het zesde jaar ruil je de schoolbanken gedurende 8 opeenvolgende weken met het werkveld. Tijdens je stage draai je mee in het werkveld om de geleerde kennis toe te passen in de praktijk. Je neemt deel aan de verschillende taken binnen de leefgroep: verzorging, animatie, teamoverleg … Je geeft mee vorm aan de dagelijkse werking van een leefgroep of klas, je organiseert activiteiten en je reflecteert op je eigen handelen door onder andere het schrijven van reflectieverslagen.