4 Beeldende en architecturale vorming

Wil je een sterke algemene vorming combineren met een artistiek-culturele opleiding, dan is Beeldende en architecturale vorming (BAV) voor jou de juiste keuze. Zowel het architecturale als het beeldende aspect komt in deze richting uitgebreid aan bod, waardoor je goed wordt voorbereid op alle kunstrichtingen die onze school in de derde graad aanbiedt.

In vergelijking met Beeldende en architecturale kunsten (BAK) is deze richting theoretisch sterker onderbouwd met extra aandacht voor wiskunde en talen.

De opdrachten in de kunstvakken prikkelen je verbeelding en scherpen je inzicht en kennis aan. Je leert zelfstandig denken en handelen bij het ontwikkelen van een eigen beeldtaal.

Naast aanleg voor wiskunde en talen verwachten we een behoorlijk artistiek talent. Technische voorkennis is niet noodzakelijk, maar een passie voor kunst en tekenen is essentieel. Volg je een opleiding aan een tekenacademie, dan heb je een voorsprong. Met een volgehouden inzet en motivatie bouw je een eigen artistieke persoonlijkheid uit.

Doelgroep

Leerlingen die in het tweede jaar een ASO-richting of KSO-richting (Artistieke vorming) volgden

Finaliteit

Deze opleiding is een voorbereiding op het hoger onderwijs.

Lestabel

		4de jaar
Godsdienst		2
Nederlands		4
Frans		3
Engels		2
Wiskunde		5
Aardrijkskunde		1
Natuurwetenschappen		2
Geschiedenis		1
Lichamelijke opvoeding		2
Kunstgeschiedenis		2
Beeldende vorming		3
Architecturale vorming		3
Kunstinitiatie		1
Waarnemingstekenen		3
TOTAAL		34

Uitleg vakken

De moeilijkheidsgraad van wiskunde en wetenschappen in deze richting kan je vergelijken met die van ASO-richtingen met 5 uren wiskunde. De klemtoon ligt weliswaar meer op de toepassingen van wiskunde en wetenschappen.

Het vak kunstgeschiedenis belicht in hoofdzaak het groeiproces van de ‘beeldende kunsten’ (architectuur, beeldhouwkunst en schilderkunst) vanaf de oudheid tot vandaag. In het derde jaar volg je dit proces tot en met de Byzantijnse kunst, in het vierde jaar tot en met de Renaissance. Je krijgt een theoretische onderbouw en leert de meest representatieve kunstwerken visueel herkennen en situeren.

Kunstinitiatie is naast kunstgeschiedenis een theoretische voedingsbodem voor de praktijkvakken. Deze vakken vormen de basis voor de algemene ontwikkeling op het gebied van kunst en actualiteit. Je gaat als leerling kunst regelmatig op studiereis om indrukken en inspiratie op te doen. Deze indrukken worden gekaderd binnen kunstinitiatie. Tijdens de lessen gaat aandacht naar persoonlijke ontwikkeling en kritische ingesteldheid.

(Waarnemings)tekenen vormt de basis van alle praktijkvakken. Je maakt kennis met verschillende dragers en technieken om organische en geometrische onderwerpen in een tweedimensionaal vlak te brengen. In de tweede graad komen de meest elementaire vormen, technieken en composities aan bod. Leren kijken, voelen en interpreteren staan centraal. Deze tekentaal vraagt een dagelijkse inspanning en is nodig om eigen ideeën te kunnen visualiseren.

In beeldende vorming staan vorm- en kleurstudie voorop. Praktische en theoretische oefeningen vormen de basis voor een creatieve hoofdopdracht. Je krijgt hier de kans om twee- en driedimensionaal inzicht in beeldtaal om te zetten.

Voor het vak architecturale vorming is ruimtelijk inzicht belangrijk. In de lessen vormleer bestudeer je basisvormen en hun onderline relaties. Je ontwikkelt ruimtelijk inzicht en je leert twee- en driedimensionaal te werken.

Les in een vreemde taal

CLIL staat voor Content and Language Integrated Learning. Het is een vorm van meertalig onderwijs waarin het mogelijk is om bepaalde vakken zoals geschiedenis en aardrijkskunde in een andere taal te volgen dan het Nederlands. Tijdens een CLIL-les ligt de focus niet op de vreemde taal, maar op de vakinhoud. Op deze manier leer je al doende Frans of Engels.

Ontdek in welke richtingen je CLIL kan volgen.