Wat kan je na je opleiding gaan doen?

De finaliteit van een opleiding bepaalt wat je na deze opleiding kan gaan doen: verder studeren en/of aan de slag op de arbeidsmarkt. Na een brede eerste graad, maak je een keuze voor een bepaald studiedomein en finaliteit. Het studiedomein kies je op basis van je interesses en talenten, de finaliteit hangt af van jouw toekomstplannen en talenten. Er bestaan vier finaliteiten:

• DOD: Finaliteit domeinoverschrijdend doorstroom: Voorbereiding hoger onderwijs
• DGD: Finaliteit domeingebonden doorstroom: Voorbereiding op het hoger onderwijs met de voorkeur voor een bepaald domein
• D/A: Dubbele finaliteit: doorstroom of arbeidsmarkt: Voorbereiding op specifieke richtingen in het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt
• A: Finaliteit: arbeidsmarkt: Voorbereiding op de arbeidsmarkt

Hoe beïnvloedt de finaliteit jouw opleiding?

Doorheen de tweede en derde graad vul je jouw rugzak met voldoende vorming en competenties om na je achttiende, als jongvolwassene, de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Afhankelijk van de finaliteit van je opleiding vul je jouw rugzak met een ander pakket. Hoe de pakketten ingevuld worden, hangt dan weer af van je studiedomein. 

Elke finaliteit heeft zijn unieke samenstelling met als basis een pakket aan 'algemene basisvorming'. Dit zijn kennis en vaardigheden die iedere volwassene nodig heeft in zijn latere leven. Afhankelijk het pad dat je kiest, komen daar nog extra algemene vorming, beroepscompetenties of specifieke vorming bij. Samen vormen ze jouw opleiding die je voorbereidt op hogere studies of de arbeidsmarkt.

• Algemene basisvorming: kennis en vaardigheden die iedere volwassene nodig heeft.
• Extra algemene vorming: trainingspakket voor academisch hoger onderwijs.
• Beroepscompetenties: alles wat je nodig hebt om een bepaald beroep te kunnen uitoefenen.
• Specifieke vorming: specifieke kennis en vaardigheden van jouw lievelingsdomein als voorbereiding op het hoger onderwijs.